Gedicht van Tom van Deel
VOORUITZICHT
Hoe plezierig is het niet om iets
in het vooruitzicht te hebben, een
veldje met pasbegonnen bloemen, of
een berg die naar behoren de lucht
in steekt. Het is alsof de wereld met
zulke gunstbewijzen aan het tijdelijke
zich verontschuldigt voor het wrede
dat haar eigen is. Want meestal
zien we weinig, is het donker, nacht.
Er is zeker durf, en zelfs wel moed
voor nodig om het veldje in te lopen
of de berg te beklimmen, wetend dat
ze daarmee voorgoed voorbij zullen zijn.
Uit: Nu het nog licht is, 1998
Tom van Deel